- De financiële positie van grote Nederlandse pensioenfondsen is redelijk stabiel gebleven in het eerste kwartaal van dit jaar, ondanks de onrust op de beurs.
- Pensioenbestuurders waarschuwen echter dat het onzeker is of de pensioenen ook dit jaar verhoogd kunnen worden.
- Afgelopen jaar voerden diverse fondsen forse verhogingen door van de pensioenen, ter compensatie van de torenhoge inflatie.
- Lees ook: Hoeveel pensioen krijg je straks met het nieuwe pensioenstelsel?
Afgelopen jaar tastten grote pensioenfondsen diep in de buidel om deelnemers te compenseren voor de hoge inflatie in Nederland. Het is echter onzeker of dat dit jaar opnieuw mogelijk is.
De grote Nederlandse pensioenfondsen hebben hun financiële positie afgelopen kwartaal verbeterd ondanks al het tumult op de financiële markten, waar grote zorgen ontstonden over de bankensector.
Dat is volgens de fondsen goed nieuws voor hun miljoenen deelnemers, die volgend jaar mogelijk weer een pensioenverhoging tegemoet kunnen zien. Voorspellingen daarover durven de fondsen echter nog niet te doen.
De Nederlandse inflatie kwam in 2022 gemiddeld uit op 10 procent. ABP, het grootste pensioenfonds van Nederland, zette daar een verhoging van de pensioenen van bijna 12 procent in 2023 tegenover. Pensioenfonds bpfBOUW gaf gepensioneerden ruim 14,5 procent erbij, terwijl Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) de oudedaguitkering eind vorig jaar met 6 procent verhoogde, na een verhoging met 2,7 procent in oktober.
Bestuursvoorzitter Joanne Kellermann van zorgfonds PFZW wijst erop dat de markten de afgelopen maanden opnieuw onrustig waren "door omvallende banken in de Verenigde Staten en een Zwitserse bank die op het nippertje werd gered". Daarom vindt ze het ook goed nieuws dat de dekkingsgraad van PFZW toch verder verbeterde. Die graadmeter staat nu op 109,5 procent, wat betekent dat PFZW voor iedere euro aan toegezegd pensioen 1,095 euro in kas heeft.
Ook Harmen van Wijnen, de bestuursvoorzitter van ambtenarenfonds ABP, is positief. "Ik ben blij dat we na een turbulent beleggingsjaar in 2022 dit kwartaal weer geld verdiend hebben met onze beleggingen. Onze financiële positie is op orde en we hebben wat vet op de botten."
Bij ABP is de graadmeter toegenomen tot bijna 112 procent. Eind november van dit jaar beoordeelt zijn fonds, op basis van de financiële positie op dat moment, of de pensioenen volgend jaar zullen veranderen of gelijk blijven.
Onzekerheid op financiële markten maakt pensioenfondsen voorzichtig
Bij metaalfondsen PME en PMT klinken vergelijkbare geluiden. De verbeterde financiële positie is met name gunstig omdat de voor de fondsen relevante rente licht daalde.
Afgelopen jaar kwamen de fondsen er ook al beter voor te staan en konden de pensioenen voor het eerst in jaren worden verhoogd, maar dat was juist te danken aan het oplopen van de rente. "We zien sinds de tweede helft van 2022 een stabilisering van het vermogen ontstaan. Deze trend zet ook in 2023 door", constateert Marcel Andringa, bij PME uitvoerend bestuurder balans- en vermogensbeheer.
Toch durft Andringa nog geen harde voorspellingen te doen. "Het blijft enigszins ongewis hoe vaak en in welke stappen de Europese Centrale Bank (ECB) de rente blijft verhogen en welke impact dit zal hebben op onder meer de financiële markten", geeft hij aan.
Hij benadrukt ook dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) onlangs juist waarschuwde dat in de tweede helft van dit decennium de rente langzaam zou kunnen terugkeren naar niveaus van voor de coronacrisis. Dat laatste zou ongunstig zijn voor de pensioenfondsen. "Het blijft dus van belang als fonds om met verschillende scenario's rekening te houden."